4. Wat zouden we anders kunnen doen?
We zagen en zien dat verschillende verenigingen/sportaanbieders tijdens de COVID-19 beperkingen actiever waren om aanbod te organiseren dan anderen. Dit zegt iets over hun vitaliteit en maatschappelijke betrokkenheid. Dit nemen we mee bij het beleidskader voor vitale verenigingen en de prioritering in ondersteuning.
De manier waarop we nu met (problemen van) onze maatschappelijke vastgoedaccommodaties omgaan, is veelal gebaseerd op het kost wat kost in stand houden. We willen echter beter kijken naar de maatschappelijke opgave die er in het betreffende gebied gelden en de manier waarop de maatschappelijke vastgoedaccommodatie daarop kan aansluiten. Bijvoorbeeld vanuit Thuis in de Buurt, Vitale verenigingen, het Sportakkoord et cetera.